Houtworm

Hoewel we bij houtwormen aan een worm denken, is de houtworm in werkelijkheid een kever, De officiële benaming van de houtworm is dan ook ‘houtwormkever’. De houtwormkever is er in twee varianten, te weten de gewone houtwormkever en de grote houtwormkever.

Een houtwormkever heeft zijn naam te danken aan het feit dat hij zich graag tegoed doet aan hout. Een houtwormkever legt een eitje op een houten oppervlak. Het eitje nestelt zich in het hout en ontpopt zich langzaam tot een wormpje. Het wormpje, de echte houtworm, vreet zich een baan door het hout en komt daar uiteindelijk als kevertje uit. Daarna begint het voortplantingsproces opnieuw.

De gewone houtwormkever

Een volwassen gewone houtwormkever wordt tussen 2,2mm en 5mm groot en is donkerbruin van kleur. Het dekschild, op de rug van de kever, bevat rijen kleine putjes. Gewone houwormkevers tasten zowel hout van loofbomen als naaldbomen aan. Ook boomstroken behoren tot hun doelgroep. De gangen die door de houtworm worden geboord zijn ongeveer 0,5mm breed en daardoor nauwelijks met het blote oog te onderscheiden. U herkent aangetaste hout dan ook aan de kleine hoopjes boormeel (zaagsel ) die onder het hout liggen. Een houtworm komt nooit alleen vaak bevat een stuk hout tientallen wormpjes die evenzoveel gaatjes boren.

De spinthoutkever

Een spithoutkever is bruin van kleur en tussen 2 en 7mm lang. De kleur van spinthoutkevers kan variëren van lichtbruin tot donkerbruin. Spinthoutkevers vindt u vooral in opgeslagen en verwerkt hout, zoals vloeren, betimmeringen, lijsten van schilderijen en triplex platen. Vrouwelijke spinthoutkevers leggen eitjes in zeer kleine openingen. De larve die uit het eitje komt. Kruipt in het spinthout. Als de larve volgroeit is, kruipt ze onder de buitenste houtlaag. Daar verpot de larve zich. Spinthoutkevers leven in het spinthout van eiken, essen en walnoten en in ander loofhoutbomen. Ook tropische houtsoorten zoals limba, meranti, bamboe en rotan zijn populair.

Behandelmethoden

In de meeste gevallen is een oppervlakte behandeling van het houtwerk met een bestrijdingsvloeistof afdoende. Voordat het houtwerk wordt bespoten moet het voldoende stofvrij worden gemaakt. Een schoon oppervlak garandeert een optimale opname van de bestrijdingsvloeistof